Om het praktijkverbeteringsvoorstel werkelijk tot uitvoer te brengen is er een implementatieplan nodig. Omdat het praktijkverbeteringsvoorstel vroegsignalering betreft is de leidraad vroegsignalering van de NVVK gebruikt als implementatieplan (Fleuren & Kuiper, 2015).

1. Motivatie: De motivatie om het praktijkverbeteringsvoorstel te implementeren kan op verschillende punten liggen. Zoals eerder genoemd levert de investering een goed rendement op, wordt voorkomen dat mensen ernstige financiële- en/of gezondheidsproblemen oplopen, maakt dit dat schuldeisers minder kosten hebben en dat de volksgezondheid over het algemeen verbeterd.

2. Beleid: het doel van het praktijkverbeteringsvoorstel is om problematische schuldsituaties te verminderen of te voorkomen door middel van het afleggen van een huisbezoek waarin een budgetadviesgesprek wordt gevoerd door een schulddienstverlener en een medewerker van de woningcorporatie. Eerder in deze tekst is aan bod gekomen waarom er gekozen is voor deze manier van werken.

Er zal een begroting gemaakt moeten worden om alle kosten en baten in kaart te brengen en er moeten in het beleid duidelijke afspraken worden gemaakt over privacy.

Daarnaast zal er samenwerking moeten worden gezocht en een gezamenlijk beleid moeten worden geschreven door gemeenten, schuldhulpverlenende organisaties en woningcorporaties. Ook is een samenwerking met organisaties welke maatschappelijke dienstverlening aanbieden vruchtbaar om een warme overdracht mogelijk te maken. Hierin moet gekeken worden welke mogelijkheden elke organisaties kan bieden en zal er ook op cao niveau moeten worden gekeken naar de mogelijkheden. Zo zal de interventie het meest werkzaam zijn na reguliere werktijden omdat klanten ook werken.

Hierin zal de opdrachtgever, de RSD, het voortouw in dienen te nemen gezien de aard van de interventie.

3. Signalen beschikbaar door gemeenten: er zal kunnen worden gekeken welke signalen de gemeente aan kan leveren aan de samenwerkingspartners om de vroegsignalering zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast wordt er aanbevolen om de samenwerking aan te gaan met meerdere gemeenten om zo de groep met mensen die in aanraking komen met de interventie rendabel blijft. Het heeft namelijk geen zin om de interventie op te starten wanneer er weinig meldingen binnenkomen bij een gemeente. Door verschillende gemeenten te betrekken wordt het werkgebied groter en is de kans groter dat de interventie rendabel blijft (Rous, 2015).

4. Signalen van samenwerkingspartners: de belangrijkste samenwerkingspartner om signalen te verkrijgen zijn de woningcorporaties. Zij dienen melding te maken bij een huurachterstand van twee maanden. De manier waarop dit gebeurt dient in gezamenlijk beleid of een convenant kortgesloten te worden.
5. Outreachend werken: de afwegingen voor de manier van outreachend werken is in hoofdstuk twee toegelicht. Voor meer basisinformatie verwijs ik u naar het onderzoeksrapport.
6. Hulpaanbod: de budgetadviesgesprekken worden aangeboden door een schulddienstverlener. De medewerker van de woningcorporatie is tijdens het gesprek aanwezig om mogelijke woonproblemen te signaleren en het huisbezoek te legitimeren. Wanneer er hulp op andere levensgebieden dient te worden aangeboden zal de schulddienstverlener een melding maken bij de passende hulpverleningsinstelling zodat klant de juiste hulpverlening krijgt. Ook kan er doorverwezen worden naar schulddienstverlening wanneer er al sprake is van een problematische schuldsituatie. De sociale kaart zal moeten worden geactualiseerd om er zeker van te zijn dat klanten op het juiste adres terecht komen.

7. Privacy: bepaal de privacy impact van de gekozen middelen en leg in beleid vast hoe voldaan wordt aan privacy wetgeving.

8. ICT: denk aan de ICT- en automatiseringsaspecten voor vroegsignalering. Op welke manier worden bijvoorbeeld de meldingen vanuit de woningcorporatie

9. Convenant: leg in een convenant vast wat afspraken zijn met eventuele samenwerkingspartners.

10. Evaluatie: vooraf zal bepaald moeten worden wanneer er evaluatiemomenten zullen plaatsvinden. Evaluatie is de belangrijkste sleutel tot ontwikkeling.

Belangrijk is dat er gemotiveerde mensen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het praktijkverbeteringsvoorstel werken en dat zij hiervoor minimaal twee dagen per week de tijd hebben.